Elke dag maken we keuzes. In de supermarkt kiezen we welk merk en soort yoghurt we willen, we kiezen uit soms wel 200 tv-zenders en er zijn momenteel wel 10 type jeans die modern zijn. Er is een overvloed aan keuzes en soms lijkt het wel een dagtaak om allerlei beslissingen te maken. We leven in een consumptiemaatschappij met veel keuzemogelijkheden. En dit zorgt er voor dat we meer dan ooit dienen te weten wie we zijn, waar we voor staan en wat we willen. De voorbeelden die ik net heb genoemd zijn niet zo essentieel als keuzes waar de twintigers en dertigers, die in het spitsuur van hun leven zijn, voor staan. Een keuze voor een partner, je carriere, wel of geen kinderen, zijn keuzes die de rest van je leven beïnvloeden.
Al deze keuzemogelijkheden zijn een groot goed, maar wil nog niet zeggen dat het beter is. De afgelopen jaren buigt de psychologie zich over de kwestie hoe we met al deze keuzes dienen om te gaan. Barry Schwarz, een hoogleraar Psychologie die onderzoek naar keuzes doet, spreekt van minder vrije tijd door alle energie die men kwijt is aan keuzes te maken. Een ander gevolg van al die keuzemogelijkheden is stress, omdat een keuze maken betekent dat je heel veel andere keuzemogelijkheden laat liggen. Ook sociale druk en sociale vergelijking kan een rol in keuzestress spelen. Een gevolg kan zijn dat iemand niet meer kiest met als gevolg keuzeverlamming.
Manieren om uit te zoeken hoe jij het beste keuzes kunt maken, zijn de Myer Briggs Type Indicator en het doen van de keuzetype-test van Barry Schwarz.
Met de Myer Briggs Type Indicator komt naar voren of jij logische, rationele keuzes maakt of keuzes maakt die rekening houdt met o.a. je gevoel en je idealen. Kun jij de situatie van een afstand bekijken of sta je midden in het probleem als je de keuze maakt? Benader je de zaken rationeel of hou je rekening met gevoelens van anderen? Maak je beslissingen op basis van logisch, objectief redeneren of op basis van persoonlijke emoties en idealen? Denkers zijn vastberaden en zijn gericht op de taak in plaats van op de groep. Voelers zijn vooral gebaat bij eensgezindheid in de groep. Ze nemen besluiten op basis van persoonlijke of andermans emoties. Mensen met een voorkeur voor voelen kunnen ook prima logisch hun besluit beredeneren, maar zullen dat pas doen nadat hun waarden en emoties gesproken hebben. Denkers kunnen voelen en voelers kunnen denken!
Ben je een maximaliseerder of een tevredenheidsstrever? Barry Schwarz heeft een vragenlijst ontwikkeld om erachter te komen welk type beslisser je bent. Nieuwsgierig? Klik hier, en doe de test!
De maximaliseerder besteedt veel tijd en energie aan het uitzoeken, en tevredenheidsstrevers zoeken tot ze vinden wat voldoet aan de beoordelingscriteria en dan stoppen ze met zoeken. Maximaliseerders hebben vaak last van spijt en ze halen uiteindelijk minder bevrediging uit de beslissing of aanschaf dan de tevredenheidsstrevers. Het grappige is, is dat de angst voor spijt de oorzaak is van de beste keuze willen maken. Een ander gevolg van de ‘perfecte keuze’ willen maken kan ongezonde zelfkritiek zijn. En een zo hoge graad van perfectie en zelfkritiek kan verlammend werken. De maximaliseerder kan veel bezig zijn met sociale vergelijking, en als je overal de beste in bent , kost het heel veel energie om die positie van de beste te behouden. Is het je dat waard?
Uit onderzoek bij 600 laatstejaarsstudenten blijkt dat de maximaliseerders de beste banen vonden met gemiddeld EUR 7000 meer salaris dan de tevredenheidsstrevers. MAAR: ze zijn meer pessimistisch, gestress-ter, vermoeider, angstiger, zorgelijker en gedeprimeerder dan de tevredenheidsstrevers . Ze hebben meer last van spijt en frustratie en ze zijn uiteindelijk minder tevreden met hun baan dan de tevredenheidsstrevers. Maximaliseerders zijn potentiële kandidaten voor een depressie. Hoge verwachtingen en veel zelfverwijt voor het niet kunnen waarmaken zijn de oorzaak. Wanneer teleurstellende ervaringen maar blijven voortduren, en wanneer beslissingen die je maakt niet het gewenste resultaat opleveren en wanneer je consequent jezelf de schuld geeft voor die teleurstellingen, dan neemt het onbelangrijke steeds grotere proporties aan en wordt de conclusie dat je helemaal niets goeds kunt doen verpletterend De eindconclusie van Barry Schwarz: Om te weten of iets een goed besluit is geweest kun je het beste afgaan op je innerlijke kompas, oftewel je gevoel. Wikken en wegen kun je beter bewaren voor de keuzes die er echt toedoen. Je bent dus beter af als je een tevredenheidsstrever bent.
En hoe maak je dan die keuzes die er echt iets toedoen? Ook Ap Dijksterhuis komt op voor ons innerlijk kompas, en zegt dat dit allesbepalend is. Voor belangrijke, heel wezenlijke beslissingen dien je te vertrouwen op onbewust nadenken. Hij onderscheidt hier drie fases in.
- Fase 1: Verzamel de informatie die relevant is voor je beslissing.
- Fase 2: Laat de informatie doorwerken in je onbewuste en slaap er één of meer nachten over. Doe dan vervolgens wat je gevoel je ingeeft.
- Fase 3: Zijn er addertjes onder het gras? Dit is precisiewerk en hier gebruik je weer je bewustzijn voor.